Schrijfchallenge dag 2

img_1840

‘Wat zie jij er roodaangelopen uit?’

‘Schei uit. Ik kóók van woede!’

‘Ha, dat zou je willen. Ik weet wel dat je snel aangebrand bent, maar koken zit er voor jou niet. Maar wat is er dan?’

‘De steelpan heeft mijn hart gestolen. Maar als ik avances maak, krijg ik steeds de deksel op mijn neus.’

‘Zo, ben jij in vuur en vlam gezet door dat nuffig ding met haar glanzende wangen? Deksels, dat had ik nooit verwacht.’

‘Ik vind haar leuk. Het borrelt al lang bij mij, maar ik heb het idee dat de liefde van haar kant op een laag pitje staat.’

‘Dan zul je eraan moeten werken joh. Je moet haar een beetje aan de kook brengen.’

‘Hmm, ik krijg steeds meer het gevoel dat het niet zo botert tussen ons.’

‘Zeg, luister eens, dit is té gemakkelijk hè. Op elk potje past een dekseltje. Op elk pannetje ook. Je doet je best maar wat meer.’

‘Ik ga er mijn vingers niet meer aan branden, ik ben er klaar mee.’

‘Wat een zouteloze praat. Je kunt toch een boterzachte aanpak proberen, of er een zoetsappig sausje overheen gieten. Misschien hapt ze dan.’

– Ach nee, ik bak er niks van. Het heeft geen zin. Ik zet mijn zinnen wel op het keramisch fornuis. Dan kan ik hooguit op mijn plaat gaan.’

Eén gedachte over “Schrijfchallenge dag 2”

  1. Prachtig verhaal. Woordje weg in de derde zin maar verder heel erg leuk. Niet een van die doorsneebrouwsels waar je alleen maar snotgaar van wordt. Gr. Bro.

    >

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s