Vakantie Samos-Kokkari, september 2014
Soms kruist een dier je pad, en blijft het je steeds weer op je netvlies komen. Een van deze dieren wil ik jullie niet onthouden, omdat ik hieraan hele bijzondere herinneringen heb. De ‘witte van Kokkari’, ofwel poes Aspro.
Net ingecheckt in ons vakantieappartement Popi, worden we luidruchtig begroet door een witte poes. Hélemaal niet opdringerig hoor. Mauw, maauuuuuww, maaaaaauuuuuuwwww. Vanaf de trap springt het sneeuwwitte dier lenig op ons balkon en posteert zich, draaiend met haar billen, voor de koelkast van ons bescheiden keukenblok. Als deze open gaat, rekt haar ranke lichaam zich uit om een blik te werpen op de inhoud en klimt vervolgens naar binnen. Daarna draait zij zich als een ware diva om en kijkt ons met felgele ogen aan.
Ik weet niet waarom ik het denk, maar het gevoel bekruipt me dat niet wij, maar zij dé ‘lady of the house’ is. Behendig drapeert ze zich languit op de bank, springt op schoot, kruipt in mijn nek. Haar roep om aandacht is groot, maar er blijkt ook een ruw randje aan dit lieftallig ogende karaktertje. Mevrouw wil conform háár wensen behandeld worden en als het aaien niet bevalt, laat ze dit direct merken door een knauw in mijn vinger. Ik ben er even klaar mee.
Deze zelfverzekerde queen is duidelijk bezig met een tactiek om ons in te lijven als haar onderdanen. Het is dus belangrijk dat ze daarna haar poezelige aardigheid weer in de strijd gooit om punten te scoren. En dát werkt. Onze dierenharten smelten zo snel als chocalade in de zon. Wat doe je dan? Natuurlijk, voeding halen, want een echte griekse straatkat die zó op de koelkast gefocust is, moét wel honger hebben. Daar waren we het snel over eens. En daarmee halen wij onze laatste punten binnen om aangesteld te worden als haar personeel.
Vanaf dat moment is Aspro, zo noemen we haar, altijd in de nabijheid van ons appartement. We kunnen niet meer stuk en worden steeds meer een vast item in haar bestaan. Ons ontwaken ’s morgens wordt direct gedetecteerd door de kleine tijger. Iedere ochtend begroet ze ons, zodra we de badkamer ingaan. Staat dan op de vensterbank, paralellel aan de hor die het gevleugelde ongedierte buiten houdt. Mauw, mauuwww, miaaaaauuuww. Vrij vertaald: Opschieten, hongerrrrrrr, vullen !!!!
De koningin mag niet wachten, dus gaan we gedwee ons bed uit, openen de luiken en vullen haar voerbak. Liefst gelijktijdig met ons ontbijt, om net genoeg tijd te hebben om zelf te eten, voordat zij zich dreigt te nestelen op onze tafel en schoot.
Niet te geloven. Ongeacht het tijdstip waarop we het appartement naderen, ze is er, of komt er. Aspro wacht op de trap, zit op de tafel, of ligt bij de poort. Alsof wij al jaren bij haar horen. Steeds als de kippen erbij om onze aandacht op te eisen. Mauwend en draaiend langs onze benen, maakt ze haar wensen duidelijk en gebied ons tijdig het diner te serveren. Als trouwe volgers zorgen wij voor een goedgevulde voorraadkast. Als ik wegloop om speciaal voor haar blikjes te halen kan ik probleemloos vertrekken. Als ik wegga om ons eigen ontbijt te scoren, wordt me door een knauw in mijn kuiten duidelijk gemaakt dat deze ‘royal’ éérst nog aandacht wil.
Er ontstaat een ritueel van aandacht, eten en dan rusten. Heel vredig neemt ze steevast haar naptime, natuurlijk… op schoot, en laat zo haar eten zakken.
Het oogt allemaal zoooooo lief.
En verder ligt ze helemáál niet in de weg hoor. Op de Ipad, de landkaart, de stoel waar een van ons wil zitten, midden op tafel, voor de koelkast, in de koelkast. Ietwat opdringerig, maar acceptabel.
Slechts één keer betreedt ze het domein van de slaapkamer. Pikt uit een enkel commentaar en handgebaar wél direct op dat dit níet de bedoeling is. Het getuigt van een bijzondere wijsheid en geeft ons het gevoel dat wij nog énige zeggenschap hebben.
Hoewel erg lief, is ze niet altijd voor de poes. Als we haar even willen lozen, schroomt ze er niet voor een wijzende hand, of duwend been van een perforatie te voorzien. Een handdoek om haar het huis uit te wapperen doet dan wonderen. Ze bevestigt in alles dat wij ten dienste staan van haar gerief en niet omgekeerd.
Geleidelijk begint bij mij het beeld te ontstaan dat deze slimme Aspro een opportunist van megaklasse is. Laat zich van alles welgevallen, alles passend in háár referentiekader. Ze heeft ons in de tang, wij zijn haar dienaren. Iedere ochtend weer zodra we ontwaken en elke avond tot aan het slapen. Zij geeft haar eisen aan, wij volgen.
Tegen het eind van onze vakantie beginnen we ons af te vragen hoe deze queencat zich moet gaan redden als we weg zijn. Het voer komt niet vanzelf uit de winkel en bovendien zijn wij de laatste gasten van dit seizoen. We filosoferen over het al dan niet adopteren van Aspro voor een bestaan in Nederland. De eigenaar van het appartement zegt echter dat ze al 4 jaar rondloopt in de buurt. Dus op een of andere manier kan ze overleven in de wintermaanden. Haar geluk ligt niet in onze handen. Ondanks haar hoge knuffelgehalte, heeft ze ook een duidelijk eigen leven, waarin ze haar eigen regie bepaalt. Het keurslijf van een hollandse kat past toch niet.
Hierover ontstaat de avond voor vertrek nog enige twijfel. Demonstratief nestelt zij haar bevallige lichaam in mijn openstaande koffer. Gatsie, ‘is dit toch een teken’, vragen we ons af. Maar het is te laat om nog wat te regelen.
Vertrekdag. Ik ben al vanaf half zes wakker. De wekker zal afgaan om half zeven. Wanneer ik naar het toilet ga, verwacht ik zoals elke dag, begroet te worden door een klaaglijk gemauw van een witte poes met felgele ogen achter het horregaas, wachtend op ontbijt. Enigszins teleurgesteld constateer ik dat Aspro er niet is. Ik had graag afscheid genomen. Zou ze toch in de gaten hebben dat we gaan vertrekken?
Een uur later is het echt tijd om op te staan en ik open de luiken van het balkon. En dan wordt mijn theorie over het opportunisme van deze viervoeter meer dan duidelijk. Ze kan écht voor zichzelf zorgen.
Twee weken lang zijn we gebruikt door een kat die tactvol ons leven binnendrong, door een zielige keel op te zetten en door haar mooie gele ogen te tonen. Presenteerde zich als een uitgehongerd dier met chronisch gebrek aan liefde. Heeft door deze act een liefdevolle opvang gekregen en kon ondertussen vet vakantie vieren, omdat ze een afwisselend menu op een presenteerblaadje voorgeschoteld kreeg. Niet jagen, rennen, doden, fileren of haren en pluizen tussen de tanden uitvissen. Geen noodzaak om bloed van haar vacht en poten poetsen. Vis, kip en wild kwam in fastfood-vorm haar bek ingevlogen.
En nu,… nu laat Aspro zien dat zij weet dat er een tiet van kommen en een tiet van gaan is. ‘Ons gaan’ welteverstaan, niet de hare. We hoeven ons over haar geen zorgen te maken. Een enorm, vers, bloederig duivenkadaver ligt op ons balkon. Geklemd tussen haar poten. Mauwen is er vandaag niet bij. Er wordt niet eens omgekeken als wij duidelijk maken dat we wakker zijn. Aan dit graaiend en kluivend tafereel doen we even niet mee. Ze vreet zich vakkundig door het uiteenwaaierende gevederte heen, totdat er nauwelijks nog wat rest. De transformatie van diva naar jager, brengt meer verandering. Géén behoefte aan knuffels meer. We zijn NIET in beeld. Ze creëert afstand, duidelijk makend dat we geen hulpeloos dier achterlaten. Een geruststelling. Nog één keer kijkt ze om, met veren als trotse trofeeën piekend tussen haar snorharen.
Onder de indruk van de plotselinge zelfstandigheid lopen we de trap af van ons appartement en komen nog een keer oog in oog. Ik doe een laatste poging tot contact. Ze ligt op het balkon. Kijkt me strak aan, als ik mijn hand door de spijlen steek voor een laatste aai. Geen millimeter komt er beweging in het volgevreten lijf. Haar blik zegt genoeg:’Don’t touch me, … it’s okay this way.’ En uit ervaring weet ik dat doorgaan een pijnlijk bij-effect zal krijgen. Ik kijk wel uit.
Een ‘efcharisto poli’ ofwel dankjewel zou op zijn plaats zijn geweest, maar ach…, het IS goed zo. Heel goed zelfs. Yassas Aspro!!
Enigszins emotioneel, denk ik nog lang na over deze ontmoeting. Blijf me verbazen over het gedrag en de timing van deze bijzondere kat. Heel mooi dat wij haar dienaren mochten zijn en we zo eervol ons ontslag kregen. En we voelen ons er nog goed bij ook.