Oké, oké, ik ben niet hélemaal eerlijk geweest bij deze opdracht. Pagina 75 sprak meer tot mijn verbeelding.
Uit: ‘Als je het licht niet kunt zien’ van Anthony Doerr
“Ze heeft nachtmerries”
Hard striemt de regen op haar gezicht. Donker, aardedonker. De omgeving huilt met haar mee. Een gure wind trekt zijn spoor van kou tot diep in haar botten. Haar pas versnelt. Geritsel. Een lichtflits. ‘Sneller, sneller’, jaagt het in haar hoofd. Ze rent verder.
De stoep onder haar vertraagd. Grond kleeft aan haar voeten. Benen voelen als lood. Achter haar stappen, vlugger dan de hare. Ze schreeuwt, een oerkreet. Schrille tonen die de grens van haar mond niet halen en vervormen in haar hoofd. Zilte smaak van zweet en tranen op haar lippen. De overgave lokt, maar weerstand drijft voort.
Traag spinnen stoeptegels dikke taaie draden. Een laatste krachtsexplosie strandt in verslagenheid. Een klamme, koude hand drukt op haar keel. Verlamming, verstikking, dood.
Ze grijpt naar het licht.